Overgewicht bij huisdieren

Elk baasje wil natuurlijk graag het beste voor zijn of haar beestje. Daarom wordt al snel een extra snoepje of wat meer eten voorgeschoteld. Uiteraard mag een extraatje wel eens, maar het is belangrijk om net zoals bij mensen de balans tussen de juiste hoeveelheid eten en voldoende beweging goed te bewaken:

• Val zeker niet voor de zielige blik van jouw oogappel. Het is niet omdat je denkt dat je kat of hond honger heeft, dat je een extra portie eten moet geven.
• Een tussendoortje af en toe mag, maar doe het met mate. In snoepjes zit veel energie die kan leiden tot overgewicht wanneer je diertje niet genoeg beweegt. Als je dier te weinig beweging krijgt, hoeft het ook minder energie op te nemen.
• Na een castratie heeft een dier ⅓ minder energie nodig dan ervoor. Het is dus belangrijk dat je daar rekening mee houdt wanneer je het voer afweegt. Ook oudere dieren hebben minder energie en bijgevolg minder eten nodig.
• Check zeker bij de dierenarts of je beestje geen onderliggende gezondheidsproblemen heeft zoals bijvoorbeeld een te traag werkende schildklier of last heeft van verminderde mobiliteit waardoor het moeilijker kan bewegen.
• Neemt je hond of kat medicijnen? Check dan zeker de bijsluiter of vraag advies aan je dierenarts want overgewicht kan een mogelijke bijwerking zijn.

Als baasje is het vaak moeilijk om veranderingen in de lichaamsbouw van je huisdier op te merken omdat je je huisdier elke dag ziet. De meeste veranderingen gebeuren zo geleidelijk en zijn daarom moeilijk op te merken. Daarom geven we je graag enkele puntjes waarop je kan letten:

• Probeer eens te voelen aan de ribben van je huisdier. Als je die niet meer voelt, kan het zijn dat je huisdier kampt met gewichtsproblemen.
• Wordt je huisdier sneller moe tijdens het wandelen of houdt het jullie spelletjes minder lang vol dan voordien? Dat kan wijzen op een gewichtstoename.
• Raakt je huisdier sneller verhit bij warme temperaturen? Ook dat is een signaal.
• Honger, honger, honger! Huisdieren die een paar kilootjes te zwaar wegen, hebben vaak voortdurend zin in eten.
• Opmerkingen als “Seg, jouw beestje heeft precies ook wel mooie rondingen.” Of “Wauw, die komt zeker niets tekort thuis.” kunnen wijzen op een gewichtstoename die je zelf niet opmerkte.

Je spreekt pas van zwaarlijvigheid of overgewicht wanneer je beestje 5-10% meer weegt dan zijn of haar ideale gewicht. Om te bepalen wat nu juist dat ideale gewicht is, werd de Body Condition Score (BCS) in het leven geroepen. Bij deze methode wordt je kat of hond gescoord op een schaal van 5. Een score van 3 betekent een perfect gewicht. Een score onder de 3 betekent ondergewicht. Een score boven de 3 betekent overgewicht.

Overgewicht kan wel degelijk gevaarlijk zijn. Onderzoek toonde aan dat slanke honden gemiddeld tot wel twee jaar langer kunnen leven dan dikke honden. Bovendien lopen zwaarlijvige dieren een verhoogd risico om bepaalde ziektes op te lopen:

• De kans op suikerziekte is twee tot vier keer zo hoog bij zwaarlijvige katten.
• De gewrichten van dieren met overgewicht slijten sneller.
• Dikke dieren hebben vaak minder uithoudingsvermogen en zijn sneller kortademig.
• Vetgezwellen komen vaker voor bij dieren met overgewicht.
• Dikke katten of teefjes kunnen problemen ondervinden bij het werpen van hun jongen. In het slechtste geval is daarvoor een keizersnede nodig.
• Zwaarlijvige huisdieren kunnen sneller ziek worden omdat hun afweersysteem minder goed werkt.
• Obesitas bij dieren verhoogt de kans op huidproblemen.

Uiteraard is het belangrijk dat je het gewicht van je beestje onder controle krijgt zodat het in de best mogelijke gezondheid kan spelen met zijn baasje. Wil je samen met je beestje gezond door het leven gaan? Dan zijn hier enkele tips om je huisdier op gewicht te houden:

• Geef je beestje een afgewogen, beperkte hoeveelheid dieetvoeding (sterilized of light voer). Op die manier krijgt hij of zij alle nodige vitaminen en mineralen binnen zonder dat hij of zij met een teveel aan energie zit.
• Beperk het aantal tussendoortjes. Kies in de mate van het mogelijke voor gezonde snacks die weinig koolhydraten bevatten.
• Weeg je dier regelmatig met een weegschaal (er is er een beschikbaar op onze hondenafdeling) en vraag aan de dierenarts of je de totale dagelijkse maaltijden van je dier in kleinere porties mag verdelen.
• Last van een bedelende kat of hond in de keuken? Geen medelijden deze keer! Zet je diertje even ergens anders wanneer je zelf kookt of eet.
• Last but not least, de allerbelangrijkste tip: meer lichaamsbeweging. Hou het leuk en laat je beestje bijvoorbeeld ‘werken’ voor zijn maaltijd. Laat je hond regelmatig uit voor een goede wandeling of meerdere kleine wandelingen. Ook katten moeten voldoende lichaamsbeweging op een dag krijgen. Gelukkig is spelen ook bewegen!

Heb je na het lezen van deze tips & tricks nog vragen? Spreek dan gerust een van onze medewerkers aan in de winkel of stel ze via ons contactformulier.